32. ADM XI – RYBN

21.
RYBN (FR)

ADM XI

Teksten door Ken Hasselmann & Raoul Sommeillier

Als we vertrekken vanuit de algemene definitie van een algoritme in de wiskunde en informatica:

“een eindige of oneindige reeks instructies om een probleem of een probleemklasse op te lossen”

dan kunnen we stellen dat een keukenrecept een algoritme is dat ons in staat moet stellen het volgende probleem op te lossen: “Hoe bak ik koekjes?”. Montage-instructies zouden we dan kunnen omschrijven als een algoritme om het volgende probleem op te lossen: “Hoe vorm ik met deze onderdelen een meubel?”.

Het concept van een algoritme, in zijn wiskundige vorm, bestaat al sinds de oudheid. De ontwikkelingen binnen de informatica, maken het tegenwoordig mogelijk om almaar meer instructies steeds sneller uit te voeren.

Bepaalde algoritmes, soms wel honderden of zelfs duizenden jaren geleden bedacht door beroemde wiskundigen, worden vandaag nog steeds gebruikt. Ze vormen een rijke bron van inspiratie voor informatici en ontwikkelaars, die de algoritmes vertalen naar een geïnformatiseerde vorm – instructiereeksen die uitvoerbaar zijn door machines – om bijzonder complexe problemen op te lossen. Enkele van die ‘oeroude wiskundige tools’ die ons blijven inspireren en helpen om actuele problemen om te lossen, zijn bijvoorbeeld de zeef van Eratosthenes (276 – 194 v.C.) of het algoritme van Euclides (omstreeks 300 v.C.), die verder worden toegelicht.

Binnen de theoretische informatica wordt een probleem wiskundig voorgesteld als een vraag of geheel van vragen waarop een computer moet kunnen antwoorden. Doorgaans nemen die problemen de volgende vorm aan: “op basis van een object (instantie), wordt een objectspecifieke actie uitgevoerd of een objectspecifieke vraag beantwoord”.

Algoritmische problemen staan centraal in de theoretische informatica en vormen een vakgebied op zich, naast de tak waarin naar algoritmes wordt gezocht om beslisbare problemen efficiënt op te lossen of de tak waarin de complexiteit van die algoritmes geanalyseerd wordt om meer zicht te krijgen op die efficiëntie.

We kunnen de algoritmiek beschouwen als een wiskundige superdiscipline, aangezien vrijwel alle takken van de wiskunde berekeningsmethodes gebruiken die veel eenvoudiger op te lossen zijn dankzij de vakkundige ontwikkeling van een gepast algoritme, in de plaats van handmatig naar een oplossing te zoeken. Denk maar aan de statistische wiskunde, die heeft geleid tot de opkomst van artificiële intelligentie en de cryptografie, of aan de meetkunde, die bijdroeg tot de opkomst van videogames en special effects in films, of de analyse, de algebra en de optimalisatie…

Het volgende deel beschrijft drie sterk verschillende algoritmische voorbeelden en licht ze toe: een sorteeralgoritme, het A*-algoritme en het HADES-algoritme dat ontwikkeld werd door Nicolas Montgermont en gebruikt werd in de installatie ADM XI van het collectief RYBN.

Algoritmes versus artificiële intelligentie
Tegenwoordig worden algoritmes vaak verward met artificiële intelligentie (AI), gewoonweg omdat AI beschouwd kan worden als een metadiscipline die gebruikmaakt van algoritmes om ‘menselijke’ problemen op te lossen. Zelfs voor experten blijft het onderscheid vrij vaag en is er nog steeds geen consensus bereikt over een sluitende definitie. Aanvankelijk werd van een systeem gesteld dat het AI gebruikte wanneer de taak die het volbracht ‘typisch menselijk’ was of onmogelijk door een gewone machine kon worden uitgevoerd. We stoten bijgevolg al snel op een probleem bij gebruik van deze definitie: zodra een nieuwe techniek een AI-systeem toelaat een ‘voor machines onoplosbaar probleem’ op te lossen, voldoet dat systeem op slag niet meer aan de definitie van AI. Het concept van AI wordt dus almaar complexer en evolueert naarmate we nieuwe methodes ontdekken om – steeds complexere – problemen op te lossen, om uiteindelijk slechts de allernieuwste technieken binnen de wetenschap te omsluiten.

Ontdek 3 voorbeelden van zeer verschillende algoritmen door op de pijl hieronder te klikken.

Pagina’s: 1 2